Razernij: de krachtige stem van ons geweten
Razernij. Welvoeglijk beter uit te spreken in het Duits, die Raserei (heerlijk toch!). Het is niet alleen een hups woord, het neemt ook vele gedaanten aan. Of het nu gaat om de muziek van Mozart, Jacques Brel of Kurt Cobain. Priester Daens in Aalst of Verhofstadt in het Europees Parlement. Om de films van Quentin Tarantino en Michael Moore of Michael Douglas in Falling Down. Martin Luther King’ redevoering op de trappen van het Lincoln Memorial of een ontketende Barack Obama in Millenium Park. De werken van Thomas Hirschhorn of de pennentrekken van Willem Frederik Hermans. Telkens weer razernij, altijd anders.
Razernij zoals we het kennen – een staat van woede waarin een persoon niet meer denkt en geen pijn meer voelt, terwijl hij zijn woede bekoelt op zijn omgeving: op objecten of op andere personen – krijgt bovenstaande gedaanten indachtig een heel andere betekenis. Een maatschappij heeft immers nood aan schelmen, aan schenentrappers en Tijl Uilenspiegels. Mensen die ons geweten schoppen en luidop vraagtekens plaatsen achter onze evidente uitroeptekens. Muziek, politiek, film, kunst of literatuur als uitlaatklep voor innerlijke frustratie of maatschappelijk ongenoegen. Vaak zo herkenbaar gebracht dat de schelm in kwestie, tegen wil en dank, nog populair wordt ook. En hoe je het nu draait of keert, iedere breed gedragen vorm van protest draagt in zich de mogelijkheid tot een nieuwe horizon.
In de bedrijfswereld is vooralsnog geen sprake van razernij. Geen drift of woede wordt getolereerd door het arbeidsreglement en de specifieke context – sereen of was het steriel – van de meeste bedrijven zorgt ervoor dat inspiratie vervlakt naar het leeghoofdig volgen van processen. Het verwondert mij alvast steeds meer; zelden kende de mens zoveel kanalen waarlangs hij zijn mening kwijt kan maar van zodra hij de kantoorruimte betreedt, conformeert de kritische burger zich en wordt hij een slaafse volgeling van die dekselse (in)efficiëntie. Dit fenomeen zorgt ervoor dat heel veel personeelsleden afgestompt en zonder veel gevoel voor zingeving hun dagelijkse prestatie leveren. De norm determineert het gedragspatroon. Zelfs al gaat het initieel over zaken waar mensen fundamenteel bezwaar tegen hebben. Alzo zijn we aanbeland in een economie die niet alleen niet meer functioneert maar ook nog eens als gewetenloos wordt aanzien.
Het wordt hoog tijd dat niet alleen burgers maar ook meer bedrijfsmedewerkers overgaan tot het niet langer blindelings aanvaarden van deze vorm van economie. Niet alleen arbeiders, bedienden en kaderleden maar ook het management heeft nood aan kritische stemmen, aan niet- acceptatie en aan retrospectie. Ja, zelfs aan razernij. Het is de morele plicht van ieder individu die gelooft dat een gewetensvolle bedrijfsvoering geen contrast hoeft te zijn van inefficiëntie of waardevermindering. Het lijkt mij net dat morele devaluatie geleid heeft tot de situatie van vandaag waarbij, zoals het personage Daniël in het boek Mogelijkheid van een eiland (Michel Houellebecq), iedereen zoekende is. “We zijn niet gelukkig (of hooguit incidenteel) maar hoeft dit daarom te betekenen dat we een rimpelloos, onthecht en waardevrij leven moeten leiden?” Wie op ontdekkingstocht wil, raad ik aan om de razernijtactiek op een weliswaar beschaafde manier (en neen dit is niet tegenstrijdig) eens tijdens de dagelijkse werkomgeving toe te passen. Het begint altijd ergens. Immers, zijn we niet allemaal op zoek naar het waarom van onze daden? Naar de oorsprong? Een Verlichte focus; heroriëntatie naar een nieuwe horizon.
The comeback of morality
Laat me beginnen met u proficiat te wensen. We vieren namelijk een verjaardag! U en ik zijn al vijf jaar in crisis. Mocht je het vergeten zijn; we dienen daar bewust en dagelijks mee bezig te zijn. Immers, als burger hebben we mee de sleutel in handen voor structurele oplossingen om de crisis te bestrijden. Dus besparen we met z’n allen op onze elektriciteitsfactuur, shoppen we enkel nog in Aldi of Colruyt en ondersteunen we die arme Grieken door naar hun land op vakantie te gaan. Dat we tegelijk ons spaargeld verlieslatend parkeren, langer moeten werken en minder gemakkelijk aan een job geraken is onze collectieve tol die we betalen. Door onze hebzucht hebben wij namelijk allemaal een collectieve schuld aan de crisis. Dat maken we op onze beurt weer goed door ons te verwennen; wellnesscentra boomen, we schransen ons een indigestie in overvolle restaurants en cava is zowat het nieuwe luxewater geworden. Ik trek het wat in extremen om aan te duiden dat er meer aan de hand is, iets fundamenteler, dat door onze fixatie op de bovenvernoemde gevolgen ondergesneeuwd geraakt is. Het komt neer op het volgende: “We verwennen ons te pletter, maar niemand is gelukkig”.
Het is de titel van een artikel met Paul Verhaeghe, hoogleraar psychoanalyse aan de UGent, dat ik al geruime tijd geleden in De Morgen las. In zijn essay ‘De neoliberale waanzin: efficiënt, flexibel en gestoord’ schetst hij een minder fraai beeld van ons huidig maatschappelijk bestel. Het komt neer op het onderuit halen van wat we de laatste decennia als evident zijn gaan beschouwen. Het winstdenken op korte termijn in zowat alle domeinen, tot onze interpersoonlijke relaties toe. Niet kwaliteit maar winst is ons leven gaan beheersen en deze meritocratische klepel is nu volledig aan de andere kant doorgeslaan. De academische wereld, het onderwijs en de gezondheidszorg; Verhaeghe gebruikt ze als voorbeelden om zijn stelling te onderbouwen. Ons wereldbeeld wordt afgetoetst op basis van economische parameters. Daarbij hoeft het vermeld dat het failliet van onze politieke klasse, de religie (iedereen pedofiel of moslimterrorist) en zelfs de mainstream geworden kunstwereld hiertoe hebben bijgedragen. Wat anders heeft ons immers de afgelopen twee decennia zo geïnspireerd als het verhaal van economische welvaart?
En ja, het moet gezegd. We zijn de economische groei veel verschuldigd. We hebben een levensstandaard die ongekend is in de geschiedenis van de mens. En toch hebben we het gevoel constant in crisis te zijn, geen perspectief meer te hebben (a change we can believe in) of heimwee te hebben naar de tijd van toen (is het toeval dat Kvraaghetaan van de Fixkes zo goed scoorde? Of dat het verhaal van N-VA veel mensen kan overtuigen?). Het failliet van onze maatschappij is het dramatische gebrek aan een debat over waarden. Over appreciatie. Over het leven zelf. En dat veronderstelt keuzes. Deze termen klinken vies omdat ze alles zijn wat niet thuis hoort in een ‘neutrale’ of ‘objectiveerbare’ economische context. Het refereert op het eerste zicht misschien naar het stoffige waardendebat van de CD&V maar dat is het allerminst. Het gaat over iets dat we allemaal kennen maar pas nu opnieuw te lijken herontdekken: het gevoel van rechtvaardigheid.
Wat vinden we als maatschappij juist? Hoe dienen we de gaven en de lasten te verdelen? Hoe doen we dat op een manier dat het van ons betere mensen maakt?! Deze drie vragen vormen de toetsstenen voor het nieuwe grote verhaal in wording. Een verhaal dat fundamenteel anders zal moeten werken wil het als rechtvaardig willen aangevoeld worden. Het volgende verhaal zal breed gedragen moeten zijn want als er één iets is dat de crisis ons zo stilaan duidelijk maakt is dat er niets meer of minder te redden is dan hetgeen wat ons zo uniek maakt en onderscheid van dieren, namelijk moraliteit. Het vermogen te redeneren, goed van kwaad te onderscheiden en op een holistische manier vorm te geven aan onze toekomst.
Masturbation of the fittest
Het is ontstellend te moeten vaststellen in welke toestand ons maatschappelijk leven zich dezer dagen bevindt. Als in een slechte soap moeten we aanschouwen hoe de wereld rondom ons die plakkerige barbe-à-papa compleet maakt: een oninteressante verhaallijn, inhoudloze discussies, overdreven veel aandacht voor de vorm maar vooral gebrouwel en gewauwel in de kantlijn. Zoiets. En slikken zullen we. Als een allerlaatste shotje tequila op weg naar de eeuwige roem van de black-out. Als het trieste kwakje verdwijnend in het godgat.
Het is niet bij te houden. Het aantal keer dat we als gewone burger een ontgoocheling oplopen. Van de lamlendige regeringsvorming over de fictieve financiële crisis, van de onhebbelijke vertragingen bij de NMBS over het doofstomme pensioendossier, van de wiki voedselcrisis over het ongezellige rookverbod. Van de KUT klantendienst van Mobistar over het dagelijkse fileleed. Van Lesley-Ann Poppe over die poppige paus. Van Luc Van den Bossche over Martine Tanghe. Waar wordt jij tegenwoordig nog gelukkig van?! Het is een interessante vraag. Eentje die er voor mij althans wel degelijk toe doet. U mag applaudisseren.
Tergend traag komt hier en daar het besef en begint het te dagen hoe we dagelijks massaal te kakken gezet worden. Met de broek op de enkels en in een vol Wembley stadion worden we aan een niet bij te houden ritme bespuwd door die leuke Mr. Maatschappij met haar schizofrene, argeloze en meedogenloze monsters. Gevaarlijk geniaal, destructief fantastisch. De tijd dat ik mijn geluk niet op kon toen ik een Calippo uit een kartonnetje kon duwen ligt helaas achter ons. Nochtans. Colasmaak in ijs. Wat een innovatie!
Ook in mijn professionele leven lees ik vaak de mening van de mensen rondom mij. Het is deels mijn job deels mijn natuurlijke plicht om aan die gevoelens uiting te geven. Een parallel met de bredere omgeving valt daarbij niet te ontkennen. Meer dan ooit hebben mensen het gevoel bedrogen te zijn. Maatschappelijk gepenetreerd zonder voorspel. Verkracht in hun oprechtheid en goede bedoelingen. Jarenlang gepakt in hun naïviteit. En duiding meneer? Er valt wat mij betreft niet veel meer te duiden. Wie dezer dagen rond zich kijkt weet genoeg. Jij en ik. Onverschilligheid troef. De massa is monddood.
Het valt moeilijk te slikken. Het is hard. Het is choquerend te moeten vaststellen dat we voor de beste bevrediging, voor het ultieme geluk, tegenwoordig op niemand hoeven te rekenen. Wie ook nog niet fysiek eronder door wil gaan kan niet anders dan zorg te dragen voor zichzelf en zijn naasten. Tevreden zijn met minder (teleurstelling). Hopen op het onverhoopte. A fitter survival and a daily masturbation.
Hallo, revolutie?!
In een opiniestuk in de krant De Morgen van 8 oktober steekt oud-premier Guy Verhofstadt de loftrompet over de nieuwbakken Nobelprijswinnaar literatuur: Mario Vargas Llosa. Mensen die me wat kennen zullen wel hun wenkbrauwen fronsen. Ja het is waar, ik ruilde het AVVVK-papier in voor socialistische gazettenpraat en ik vond er zowaar een artikel over een tot liberaal bekeerde communist die opgehemeld wordt door een tot sociaal-democraat bekeerde neo-liberaal. Geraak jij er nog wijs aan uit? Ik, eeuwige student bekeerd tot werkmens, alvast niet. Een oncomfortabel gevoel is dit niet langer en leidt ons ook af van de essentie van dit pitoreske gekrabbel, namelijk dat de nietige mens – naakt in deze wereld – een kwetsbaar maar onvoorspelbaar wezen is: “als we de wereld niet opnieuw in het ongeluk willen storten, moeten we onze dromen over het gelukkig maken van de wereld opgeven. Maar we moeten desondanks toch wereldverbeteraars blijven – maar bescheiden verbeteraars. We moeten ons tevreden stellen met de nooit eindigende taak het lijden te verminderen, vermijdbaar kwaad te bestrijden, misstanden op te ruimen; en daarbij moeten we steeds de ogen open houden voor de onvermijdelijke ongewilde gevolgen van ons ingrijpen, die we nooit geheel kunnen voorzien en die maar al te vaak de balans van onze verbeteringen passief doet staan.”
Niet zo gek lang geleden zag ik ook oud VRT-verslaggever voor het middenoosten Jef Lambrecht live aan het werk tijdens een lezing voor een handvol kasteelbewonderaars. Echt sympathiek kon je de man bezwaarlijk noemen maar hetgeen hij te vertellen had, sneed wel hout. Zo had hij het onlangs ook in Knack onder meer over onze perceptie op de regio en de hoge graad van politisering bij de mensen aldaar: “ze kijken voorbij de grenzen. Ze zijn natuurlijk vatbaar voor allerhande complottheorieën maar ze zijn zich vooral bewust van het feit dat de wereld zich met hen bezighoudt en dat zij zich dus ook me de wereld moeten bezighouden. Dat is een vanzelfsprekendheid die wij niet meer kennen. Wij hebben daarentegen een eilandmentaliteit. Wij denken dat we alles hoe dan ook wel zullen overleven, dat we de rest van die vervelende wereld niet echt nodig hebben. Dat we de rest van de wereld desnoods wel tot de orde roepen. Alleen bewijzen de feiten dat dat iets minder gemakkelijk is dan we ons weleens plegen voor te stellen. We vergissen ons fundamenteel. Er staat een wereld voor onze deur te dringen die wij nauwelijks kennen: Chinezen, Arabieren, Indiërs, Brazilianen, noem maar op. Maar die wereld kent ons wel. En dat is een nadeel. Waarmee ik niet gezegd wil hebben dat die wereld noodzakelijkerwijze onze vijand is. Ik verwacht dat wij in de nabije toekomst gebeurtenissen zullen zien die het Westen ingrijpend zullen veranderen. En misschien wel ten goede. Zo worden wij voortdurend geïnterpelleerd door de wereld en zullen onszelf opnieuw moeten definiëren. Wat verstaan wij onder democratie? Onder vrijheid? Op die vragen moet opnieuw een antwoord komen. En ik geloof in het zogenaamde ‘butterfly effect’: hele kleine, vrijwel onopgemerkte fenomenen kunnen verstrekkende gevolgen hebben.”
Later in het artikel zou Lambrecht – net zoals Guy Verhofstadt trouwens – nog pleiten voor een supranationale identiteit. Daarbij stelt hij onomwonden: “Het is geen kwestie van keuze. De technologie maakt de wereld gewoon steeds kleiner.” Is Lambrecht nu liberaal geworden? Of heeft dit alles niets met politieke kleur te maken? Wat zou Bart De Wever hiervan denken? Zou hij het begrijpen? Het supranationale denken. Niet terugplooien op onszelf… Zou hij de moed hebben om ‘de ander’ niet steeds in vraag te stellen maar zichzelf als naakte wereldverbeteraar te beschouwen? Geen grote omwentelingen of revoluties predikend. Zijn grote droom opbergend en ons eindelijk te geven waar we allemaal zo naar smachten. Een bescheiden verbetering.
Het marathonplan volbracht
Op 18 juni was het zover! Dan liep ik samen met mijn spitsbroeder Nicolas Delie de Nacht van West-Vlaanderen in ons geboortestadje Torhout. Deze keuze was niet willekeurig. Gezien het onze eerste marathon was, raadden diverse ervaringsdeskundigen ons aan om in een vertrouwde omgeving te lopen. Dit bleek voor mij alvast een niet te onderschatten mentaal voordeel. Zo trainde ik in de maand voorafgaand aan de wedstrijddag nog drie keer op het parcours zodat ik goed kon inschatten wat de verraderlijke stukken in het parcours waren. Niet dat dit er eigenlijk nog veel toe doet nadat je zo’n 35 km in de kuiten hebt, maar soit!

Net voor ons vertrek naar de start. Die Belgische zweetbandjes zorgden voor nogal wat controverse. Geregeld kregen we verwijten naar ons hoofd van al te flamingante parcoursstaarders. Nooit geweten dat een zweetbandje zoveel teweeg kon brengen.
Doordat de Nacht van West-Vlaanderen niet zomaar een loopwedstrijd is maar eigenlijk eerder synoniem synoniem staat voor een (passief) sportief volksfeest is de ambiance tijdens de inspanning een welgekomen afleiding en tevens een gigantische motivator. Of het nu om bierdrinkende maten, om cheerende foxy ladies of om een stelletje vastgereden bermmongolen ging… de steun van eenieder en elkeen werd meer dan gewaardeerd! Bij deze hou ik er ook aan om iedereen van ver of van dicht te bedanken voor de steun!
Tijdens zo’n wedstrijd verbruikt een mens meer dan hij zou denken. Men had mij verteld om de vijf kilometer water te drinken en druivensuiker te eten. Om de 10 kilometer moest ik dan nog eens extra sportdrank (met extra zout en suiker) naar binnen spelen. In totaal voorzag ik dus zes bussen van 75 cl water en 4 bussen van 75 cl gasloze cola met primaire additieven (lees: keukenzout en kristalsuiker). Maar zelfs dat bleek niet voldoende… nog eens twee bussen water moesten er aan geloven en uit gebrek aan voorraad werd er zelfs onderweg om water gebedeld in de Gouden Osse! Hilariteit. In ieder geval kon ik ook hier op de steun van enkele heel enthousiaste vrijwilligers rekenen waarbij ik vooral Rien Deleu en Dimitri Decock extra wil bedanken voor hun toewijding. Het is altijd fun om partners in crime te hebben. Zeker op een donkere landwegel ergens tussen Lichtervelde en Torhout.
Of het de moeite waard was? Natuurlijk! Het gevoel dat je krijgt als je na 42 km de markt van Torhout nadert is onbeschrijfelijk. Scheurende kuiten, boksende milt maar ook euforie wanneer je de uitzinnige supporters aan ’t Keldertje ziet, de massa op de markt en dan… de eindmeet met de klok die de tijd aangeeft; 3u44min! Toen even later ook Nicolas binnen kwam was de voldoening immens. We did it! Na dat we bijna een jaar eerder tijdens het uitzweten van een Gentse Feesten katertje, plechtig aan elkaar beloofden dat we een andere weg zouden inslaan, brachten we onze missie tot een goed einde. De voldoening ligt dus niet alleen op het feit dat we fysiek in staat waren om deze inspanning te leveren maar ook, en vooral, dat we onze eigen engagementen nagekomen zijn en dat we, na al te veel studentenfeestjes, een nieuwe vorm van plezier en voldoening ontdekten. JUI! Op naar de volgende challenge! To be continued…
Het marathonplan zeg je?
Lullig geparkeerd op je eigen gehandicaptenparkeerplaats. Dat is zo een beetje het gevoel van de laatste maand. Na bijna zes maanden intensieve marathontraining sloeg het noodlot op 16 januari toe. Tijdens een cross met het AXA Running Team ging het mis. Een bevroren ondergrond, een dooiende toplaag en een hellend parcours. Meer had ik niet nodig om mijn linker hoef te verrekken. Als een volleerd skiër gleed ik telkens met mijn linkerbeen de hellingen af om vervolgens met mijn knullige rechterbeen de nodige bijsturingen te doen. Het resultaat liet zich raden… de volgende ochtend smakte ik als een vergeetachtige geamputeerde tegen de grond. En zo werd bevestigd wat menig politiek analist, in het kielzog van mijn dokter, dezer dagen met verbijstering vaststelt: links faalt.
Het zag er nochtans allemaal meer dan veelbelovend uit. Sinds 1 november liep ik namelijk vier keer per week: maandag, woensdag en vrijdag over de middag in het Zoniënwoud (het AXA hoofdkantoor ligt naast het oudste bos van België nvdr) en een wedstrijd in het weekend. Een leuk gemiddelde en een haalbaar ritme. Mijn lichaam verteerde alles vlotjes, vet werd ingewisseld voor spieren en mijn tijden verbeterden zienderogen. Het is dan ook frustrerend om net voor “het echte werk” uit te vallen. Gelukkig werden er geen breuken en geen scheuren vastgesteld. Het kon dus erger en zoals Nietzsche zich ooit liet ontvallen: What doesn’t kill you, makes you stronger. Die linksaard was zo dom nog niet (al mocht hij wel eens zijn baard kammen).
In die optiek is na een maand blessureleed het ergste stilaan voorbij en begin ik straks aan een trage, gestage heropbouw van mijn trainingen. Gelukkig sta ik er niet alleen voor want mijn partner in crime had – toeval of niet – ook af te rekenen met een hardnekkige knieblessure. Ondertussen is hij al terug bezig met trainen en komt met het lengen van de dagen ook de moraal stilaan terug.
18 juni staat nog steeds met stip in de agenda genoteerd. De Nacht van West-Vlaanderen. Ik kan niet wachten om zoals Emmanuel Mutai, deze zomer zilveren medaillewinnaar op het WK marathon in Berlijn, mijn maniokwortel uit te kotsen bij het opdraaien van de Torhoutse markt. Al zal onze tijd vermoedelijk zo’n anderhalf uur later liggen…
Ik ben werkmens.
Voor zij die dachten dat het begrip “windstilte” dan toch in mijn woordenboek (de Dikke Warlop) terug te vinden is, slecht nieuws! Ja, de vele leuke studentenverhaaltjes zijn zowat uitverteld maar gelukkig is er iets voor in de plaats gekomen. WERK!

Bij AXA is het écht altijd blauwe lucht. Onvoorstelbaar.
Sinds 1 oktober ben ik namelijk aan de slag op de hoofdzetel van AXA Bank België, gelegen aan de Vorstlaan in Watermaal-Bosvoorde (Brussel). Ik ben er aan de slag op de Human Resources-afdeling als verantwoordelijke voor transversale en kwaliteitsverbeterende projecten. Daarnaast ben ik ook de beheerder van AXA Affinity, een website waarop extra voordelen van tal van bedrijven aangeboden worden aan het AXA-personeel. Kortom, een boeiend en afwisselend takenpakket!

Het mooie AXA gebouw aan de Vorstlaan. Mijn dienst bevindt zich rechts op het derde verdiep.
Het is voorlopig nog wat wennen aan het nieuwe leven. Vooral de dagelijkse verplaatsingen beginnen een beetje door te wegen. Ik sta om 5u15 op en kom pas om 20u thuis. Veel quality time schiet er dus niet meer over. Vandaar dat ik me meer en meer focus om een appartement te vinden in de hoofdstad (hierover later meer). Dat zou me toch al aardig wat tijdwinst opleveren. Daarnaast gaat er natuurlijk een heel pallet aan nieuwe mogelijkheden open. Ik voel me soms als een hond. Voorlopig sta ik nog wat onwennig aan dat vers opengetrokken conservenblik “nieuwe opportuniteiten” te snuffelen. De inhoud lijkt me nog wat vreemd maar de honger is niet te stillen en de drang om te blaffen niet te versmaden. Voorts berust elke gelijkenis tussen het vermelde dier en uw dienaar op louter toeval.
Ik ben werkmens. Dat ik dat nog mag meemaken… Mens, wat een geluk!
Het marathonplan. Maand 1.
Zoals jullie in de vorige post konden lezen, besloten Nicolas Delie en ikzelf om vanaf 1 augustus te beginnen trainen teneinde een marathon te kunnen lopen. Onze eerste rendez-vous wordt de Nacht van West-Vlaanderen op 18 juni 2010. Ondertussen zijn we reeds september en dat betekent dat we even kunnen terugblikken op de afgelopen maand.

Korneel en Nicolas op de Gouden 10 km van Sint-Andries.
Tot eind oktober is het devies duidelijk: conditie opbouwen! Dat moeten we doen door elke week tussen de 30 à 40 km te lopen. Niet onoverkomelijk als je gewoon bent om regelmatig te lopen. Het streefcijfer halen we voorlopig allebei zonder al te veel problemen, al kan het weer daar in de komende maanden wel wat roet in het eten strooien. Daarnaast zullen trouwe volgers van mijn profiel op Facebook alvast opgemerkt hebben dat we bijna elke week ergens een loopwedstrijdje meepikten: de Strandloop in Knokke en in Heist, de Gouden 10 km in Sint-Andries en de stratenloop van Wingene. Een leuke afsluiter van een weekje training. Ook met mijn gewicht gaat het de goede kant uit. Ben deze maand al 7 kilo kwijt. Ik zit hiermee zeker op schema om tegen eind oktober op zo’n 78 kg uit te komen. Nog 5 kg te gaan dus!
Het blijft evenwel afwachten hoe ons lichaam zal reageren eens we zullen overschakelen op langere afstanden. Vergeet toch niet dat noch Nicolas noch ikzelf nooit meer dan 10 km aaneen gelopen hebben. Om die reden proberen we stilaan eens één of twee kilometer méér te lopen. We zijn benieuwd! Onze loopagenda voor september is ook al zo goed als rond:
- Zaterdag 12 september 2009: de Kasteeljogging in Poeke-Aalter (10 km). Een wedstrijd waarvan mijn eigen nonkel blijkbaar de organisator en mijn neef sponsor is. Van morele druk is evenwel geen sprake!
- Zaterdag 19 september 2009: Dwars door Sint-Kruis (15 km). Vergis u niet! Het betreft een aflossingskoers in teams van drie (elk 5 km dus). Ons team zal bestaan uit Nicolas, ikzelf en Tim Decleir. Supporters zijn altijd welkom!
- Zondag 20 september 2009: Alpro Jogging in Wevelgem (10 km). Ook hier hangt er een familiaal tintje aan want het parcours passeert langs de deur van mijn nicht en sportieve husband. Sfeer gegarandeerd!
- Zondag 27 september 2009: Berenloop in Beernem (11,5 km). Een extra inspanning als afsluiter van de maand september!
Iedereen die zin zou hebben om ons sportief of supportief te vervoegen is uiteraard steeds welkom! Geef ons gewoon een seintje!
Tot slot een oproep aan elkeen van jullie: check eens het onderstaande filmpje… het betreft een trailer van To Walk Again. Deze documentaire van Stijn Coninckx vertelt ons het relaas van het moedige gevecht van Marc Herremans. Winnaar van de IronMan 2006 bij de rolstoelgebruikers, nadat hij enkele jaren eerder door een ongeval ernstig verlamd raakte. Tegenwoordig houdt Marc Herremans zich bezig met de begeleiding van topsporters en met zijn foundation. Deze documentaire kan u enkel bekijken door de DVD te kopen. Hiermee steunt u ook zijn foundation en steun je een positief project. Of hoe sport teleurstelt, motiveert, ontroert en doet dromen. Een absolute aanrader! (en neen, ik leen mijn DVD niet uit!)
In looppas naar 2010 en een nieuw leven
Een bucket list. Je kent het wel. Het soort lijstje dat een mens aanlegt met “dingen die je wil gedaan hebben vooraleer je het aardse inruilt voor het eeuwige”. Of zoiets. Niet dat ik me inlaat met papieren versies van dergelijke charts der to do’s. Dromen laten zich immers niet zo gemakkelijk vangen in tijd, laat staan tussen kantlijn en korte kotjes (zoals ik mijn papier altijd in de Westlandia bestelde. Trouwens, haal jij ook al je papier- en kantoorbenodigdheden bij Westlandia, Beerstraat 8, Torhout?!). Het toeval zorgde ervoor dat ik alvast met potlood weerom een droom van mijn lijstje kan schrappen: een marathon lopen.
Zondag 26 juli. Een prachtige dag. Helaas ging ze alweer aan mij voorbij. De Gentse Feesten hebben zo ook hun keerzijde. Samen met mijn jeugdvriend en kotgenoot, Nicolas Delie, mijmerde ik in de vooravond wat weg over het studentenbestaan. Wat was het toch een schitterende periode. De stilte die vervolgens viel was veelzeggend. Hoe fijn ook, onze studentenperiode komt niet meer terug. De krop in de keel werd echter snel doorgeslikt bij de gedachte wat een mens zoal kan doen op een volledige, nuchtere, uitgeslapen dag. En dat bleek veel. Zeer veel. Ook hier geldt het eigentijdse credo dat selecteren moeilijker geworden is dan activiteiten verzamelen. Dankzij eliminatie kwamen we uiteindelijk bij eenzelfde goal: ooit eens een marathon lopen.

Korneel en Nicolas in 2006. Van dAS FEST naar der Marathon? (Quote van Wim Verschelde)
De daad werd bij het woord gevoegd en na wat vluchtig gegoogle doemde al gauw een ruw scenario op. Vanaf 1 augustus zouden we onze training aanvatten teneinde de Marathon van London te kunnen lopen in april. Het internet voorzag in een trainingsperiode van 15 weken teneinde een marathon te kunnen uitlopen. Dat leek wel heel optimistisch. We spraken af dat we ons verder zouden inlichten en alvast een afspraak zouden maken bij sportarts Kris Demanet.
Die vrijdag werden we ontvangen door de energieke heelmeester. Vragen werden gesteld en beantwoord, de planning werd aangepast en tips ter bevordering van onze trainingen werden vlijtig neergepend. Het was 31 juli. Morgen zou onze voorbereiding beginnen. Blij met de vele informatie en opgefokt van de nieuwe challenge begaven we ons richting ’t Rozeveld. Dit moment moest gevierd worden zoals alleen mannen dat doen; bier, voetbal en vettige kluchten.
“Omdat marathons lopen na je 40 jaar zo midlife is”
Ondertussen zijn we een goede week later. De trainingen verlopen vlot en ik ben al twee kilo kwijt. Tijdens de maanden augustus, september en oktober ligt de nadruk vooral op het opbouwen van basisconditie en het afbouwen van overtollig lichaamsvet. Gelukkig gaan beide hand in hand. Eind oktober volgen dan testen op de loopmat teneinde een beter zicht te hebben op de fysieke mogelijkheden. Op basis daarvan zal een schema opgesteld worden die ons in staat moet stellen om tegen januari de halve marathon te lopen op de Louis Persoons Marathon (de eerste marathon van het jaar in België) en een eerste volledige marathon in juni, op de Nacht van West-Vlaanderen. Voorts is het de bedoeling om tijdens de grote vakantie nog een marathon te lopen in het buitenland. Onze fysieke krachttour wordt afgesloten door de Marathon van Brussel… aankomen op de markt van de hoofdstad. Een mooier orgelpunt bestaat er toch niet?!
Of hoe 2010 met stille trom ons schoon verleden opbergt en met trompetgeschal ons toekomstig leven een nieuwe (en alvast sportieve) wending zal geven.
(Vanaf nu zal je hier onze afmattende queeste richting 18 juni, de Nacht van West-Vlaanderen, op regelmatige basis kunnen volgen.)
Humane schaamte: de survival voor basisrechten.
Zaventem, tien jaar geleden. De dode lichamen van Yaguine Koita en Fodé Tounkara werden gevonden in het landingsgestel van het desbetreffende Sabena-toestel. Doodgevroren. Uiteraard. De twee Afrikanen probeerden de overstek naar het oude continent te maken en wisten duidelijk goed dat hun hachelijke avontuur niet zonder (levens)gevaar was. In een brief formuleerden ze hun verzuchtingen, hun frustraties en hun (wan)hoop. Soms is het goed om nog eens stil te staan bij de dagelijkse survival van de mens en de bewustwording dat het zoeken naar het ultieme geluk een universeel gegeven is. De volledige tekst van hun brief kan u daarom hieronder lezen.
Conakry, 21 juli 1999
Excellentie,
Mijne heren leden en verantwoordelijken van Europa,
Wij hebben het eerbare plezier en het groot vertrouwen om u deze brief te schrijven om u in te lichten over het doel van onze reis en over het leed van de kinderen en de jongeren van Afrika. Maar laat ons u eerst onze fijnste, heerlijkste en meest gerespecteerde groeten van het leven overbrengen. Met dit doel willen wij u vragen om onze steun en toeverlaat te zijn, voor ons in Afrika, u die degene bent aan wie men om hulp vraagt.
Wij smeken u, voor de liefde van de uwen op het continent, voor de gevoelens die u koestert voor uw volk, uw families en vooral voor de affiniteit en de liefde van uw kinderen die u liefhebt als het leven zelf. En ook, voor de liefde en de timiditeit van onze schepper, ‘God’, de almachtige die u alle goede ervaringen, de rijkdom en de macht heeft geschonken om uw continent zo goed op te bouwen en te organiseren dat het het mooiste en het meest bewonderenswaardige van alle is geworden. Mijne heren leden en verantwoordelijken van Europa.
Het is op uw solidariteit en uw zachtaardigheid dat wij in Afrika een beroep doen. Help ons, wij lijden enorm in Afrika, help ons, wij hebben problemen en enkele ontbrekende kinderrechten.
Voor wat onze problemen betreft, hebben wij: de oorlog, de ziekten, de voeding enzovoort. Wat de kinderrechten betreft, in Afrika, en vooral in Guinee, hebben wij te veel scholen maar een groot gebrek aan opvoeding en onderwijs, behalve in de privéscholen, waar men een goede opvoeding en goed onderwijs kan krijgen, maar men moet een grote som geld hebben, en onze ouders zijn arm, het belangrijkste is dat ze ons voeden. Vervolgens hebben wij geen sportscholen zoals: voetbal, basket, tennis…. Dus in dit geval vragen wij, de Afrikanen, en vooral wij de kinderen en de jonge Afrikanen, dat u een grote en doeltreffende organisatie zou maken voor Afrika opdat het vooruitgang zou maken.
Dus als u ziet dat wij ons opofferen en ons leven riskeren, dan is dat omdat wij in Afrika te veel lijden en wij uw hulp nodig hebben om te strijden tegen de armoede en een einde te maken aan de oorlog in Afrika. Desalniettemin willen wij studeren, en wij vragen u om ons te helpen studeren zodat wij in Afrika zoals u kunnen worden. Ten slotte: wij smeken u om ons heel erg te excuseren omdat wij gedurfd hebben om deze brief te schrijven, u grote personaliteiten aan wie wij veel respect verschuldigd zijn. En vergeet niet dat het aan u is dat wij ons beklag moeten doen over de zwakheid van onze kracht in Afrika.
Geschreven door twee kinderen uit Guinee
Yaguine Koïta en Fodé Tounkara
Actua: